In artikel 10.32a van de Wet milieubeheer is opgenomen dat gemeenteraden een bevoegdheid hebben in het belang van de bescherming van het milieu om bij
verordening regels te stellen aan het lozen van afvalwater op de riolering. Hiermee hebben gemeenten een instrument om de openbare watertaken (zorgplichten) vorm te geven. De wet geeft een bevoegdheid. Dit betekent dat gemeenten niet verplicht zijn een verordening voor het lozen van afvalwater op de riolering te hebben. In het rioleringsbeleid, dat is neergelegd in het gemeentelijk rioleringsplan, bepaalt de gemeente of de inzet van dit nieuwe instrument nodig is, gelet op de lokale
omstandigheden.
Over de riolering en de aansluiting van bouwwerken op de openbare riolering staan voorschriften in het Bouwbesluit 2012. De onderhavige verordening is aanvullend en
komt niet in strijd met plichten die elders zijn vastgelegd. Bij strijd zou de hogere regeling -het Bouwbesluit- voorgaan.
Met deze verordening wordt het gemeentelijk hemelwaterbeleid uit het Integraal Waterketenplan 2019-2023 verankerd.